Project: StaBib
(Klik HIER voor de overige beschikbare informatie betreffende dit bouwproject)
(Klik HIER voor meer ARCHI~formulieren –ook van andere bouwprojecten- gesorteerd op onderwerp)
De draagconstructie wordt
onderscheiden in hoogbouw en laagbouw. Onderbouw De onderbouw is uitgevoerd als
een monoliete in het werk gestorte betonnen doosconstructie (figuur 6),
bestaande uit begane grondvloer, de vloer van de eerste kelderlaag, de vloer
van de parkeergarage op het funderingsniveau en de kelderwanden. De verschillende constructies
zijn berekend op zettingsverschillen zoals deze kunnen optreden ter plaatse
van de overgangen tussen het wel en niet aanwezig zijn van hoogbouw boven de
kelderbak. Ter beperking van
krimpspanningen in de ongedilateerde vloeren, zijn tussen de stijve
kernconstructies krimpstroken in de vloer- en wandconstructies met een
breedte van 1,00 m gedurende twee maanden opengehouden. In het ontwerpstadium is
onderzocht of een besparing mogelijk was door de kelder volgens het
zogenaamde “polderprincipe” uit te voeren (figuur 6), hierbij wordt de
kelderwand als een permanente stalen damwand uitgevoerd en kan de
funderingsvloer in plaats van in beton uitgevoerd, eenvoudig bestraat worden
tussen de poeren. Tevens zijn er geen trekpalen
nodig. Wel moet bij deze oplossing
gedurende de gehele levensduur van het gebouw een bemalings- en
drainagesysteem in stand worden gehouden. Door het plaatselijk ontbreken van
de semi-permeabele laag was het te verwachten waterbezwaar onaanvaardbaar
hoog, zodat van deze constructie is afgezien. In de onderbouw zijn de
kolommen onder de hoogbouw vierkant uitgevoerd met zijden van 600 mm. De
overige kolommen zijn rechthoekig met afmetingen van 300 x 600 mm om
optimaler te kunnen parkeren in het stramien van 7,20 m. Vanwege de hoge belastingen op
de begane grondvloer en de eerste keldervloer zijn deze vloeren 300 mm dik
met kolomplaten van 100 mm en tradioneel gewapend. De funderingsvloer is 500
mm dik en wordt belast door een opwaartse waterdruk van 70 k/Nm2. De trekpalen onder deze vloer
staan in een stramien van 3,60 m. Onder de hoogbouw kolommen is
de maximale belasting 9000 kN en zijn 1,40 m hoge poeren toegepast. Onder de kernen is een grote
funderingsplaat met een dikte van 1,20 m toegepast en een oppervlak van 10 x
16 m. Hoogbouw De draagconstructie bestaat uit
een betonskelet van kolommen en in het werk gestorte vloeren. De keuze van de
stamienmaten voor de draagstructuur wordt ondermeer bepaald door de
aanwezigheid van de parkeergarage onder het gebouw. In lengterichting is de
stramienmaat 7,20 m, hetgeen resulteert in drie parkeerplaatsen tussen de
kolommen. In dwarsligging van het gebouw
zijn op de kantoorverdiepingen de kamers aan de atriumzijde 5,40 m diep,
waarna een 1,80 m brede gangzone volgt en 7,20 m diepe kamers aan de
buitenzijde (zie figuur 1) Figuur 1 Functioneel vormen de kolommen
in dwarsligging op een stramien van 7,20 m geen bezwaar voor zowel de
kantoorverdiepingen als de indeelbaarheid van de parkeergarage. Daar de aanwezigheid van midden
kolommen constructief voordelig is, is het stramien van de kolommen in
dwarsrichting eveneens vastgesteld op 7,20 m. Er zijn ronde kolommen
toegepast met een diameter van 600 mm. In principe worden de kolommen
in het werk gestort. De vrijstaande kolommen, die buiten de gevel staan en
waaraan consoles aanwezig zijn ten behoeve van de oplegging van de naar
binnen gelegen vloeren, zijn geprefabriceerd uitgevoerd. Dit geldt ook voor
de zich in de buitenlucht bevindende kolommen en balken (de zogenaamde flying
beams) ter plaatse van de kernen. In figuur 2 is een overzicht gegeven van de
geprefabriceerde balken en kolommen in een gevelgedeelde. Vanwege de hoge
esthetische eisen ten aanzien van de aansluitingen zijn de beëindigingen van
de elementen uitgevoerd met verdekte opleggingen (zie ook figuur 2). Figuur 2 In figuur 3 is de oplegging van de naar binnen gelegen
gevel/vloer op de prefab kolom weergegeven. De vloer is door 2 doken met de
console verbonden. Ter voorkoming van een koude brug is een oplegvilt
aangebracht tussen vloer en console. Figuur 3 In figuur 4 is de wapening
aangegeven in een prefab kolom met console. De kolomwapening is bepaald door
het moment ten gevolge van de excentriciteit van de vloeroplegging. Figuur 4 In figuur 5 is een flying beam
met wapening weergeven. Om het eigen gewicht te reduceren tijdens de
uitvoering in de kraan zijn polystyreen vullingen toegepast. Figuur 5 |
Betonbalken en kolommen met Prefab kolom met console
constructiescherm bij
bibliotheek
Figuur 6